Overzicht

Overstap leerlingen met (extra) ondersteuningsbehoeften

Als de basisschool of de ouders verwachten dat een leerling extra ondersteuning in het VO nodig zal hebben, is het van belang dat de VO-school dat tijdig weet (tussen december en februari). De VO-school kan dan samen met ouders en de school in gesprek en bekijken wat er nodig en mogelijk is. En wat er moet gebeuren voor een goede start in de brugklas.

Doorloop onderstaande stappen voor tenminste alle leerlingen die op de basisschool een OPP of een groeidocument hebben, maar ook voor leerlingen om wie je zorgen hebt of ze het in het VO zonder ondersteuning gaan redden.

Start vroegtijdig

Start in september of oktober met deze leerlingen. (Beter nog is om al te starten in groep 7!)

Bespreek het voorlopige schooladvies en de benodigde ondersteuning met de ouders. Adviseer de ouders de volgende zaken:

  • Dat zij zich zorgvuldig en tijdig oriënteren op welke VO-school hun kind de gewenste ondersteuning kan bieden. Dit kan op basis van de schoolgidsen, de schoolondersteuningsprofielen en de voorlichtingsdagen van de VO-scholen. Ook kunnen zij oriënterende gesprekken voeren op scholen.
  • Aangezien de open dagen van VO-scholen meestal in januari plaatsvinden, is het raadzaam dat deze leerlingen en hun ouders al in groep 7 open dagen bezoeken.
  • Voor leerlingen die mogelijk (extra) ondersteuning in het VO nodig hebben, dient tijdig en uiterlijk 1 februari contact te worden gelegd met de beoogde vo-school voor (multidisciplinair) overleg. Dit overleg is om de onderwijsbehoeften van de leerling en de mogelijkheden van de V(S)O-school te bespreken.

Tevens bespreek je met de ouders of je het OPP of groeidocument van de leerling (via OT) mag overdragen aan de VO-school. Indien de ouders daarmee akkoord gaan, voeg je het OPP of groeidocument toe aan het startformulier in OT. Indien de ouders bezwaar hebben tegen het overdragen van het gehele OPP of groeidocument, bespreek dan wat overgedragen mag worden. Het minimale wat de VO-school nodig heeft voor een doorgaande lijn in de ondersteuning van de leerling, is een beschrijving van de belemmerende en bevorderende factoren en het handelingsplan.

Voor welke leerlingen is mogelijk extra ondersteuning nodig?

In deze checklist vind je indicaties voor welke leerlingen extra ondersteuning in het VO kan zijn.
  • Checklist

    Uitgangspunten:

    1. Vooraf bekend zijn met risico’s en problemen (bij overgang PO – VO) maakt snellere en betere hulp in het VO mogelijk.
    2. Voor iedere leerling concrete overdrachtsinformatie via het OKR (onderwijskundig rapport).

    Indicaties

    Leerlingen met schoolloopbaan bemoeilijkende factoren:
    ☑ basisondersteuning in PO was niet genoeg
    ☑ specifieke medische verklaringen
    ☑ vaak ziek zonder duidelijke reden
    ☑ blootgesteld aan traumatische gebeurtenis (vb. oorlog, geweld)
    ☑ diagnose voor problemen in autistisch spectrum of gedrag (vb. autisme, ADHD, ODD etc.)
    ☑ sterk vermoeden – geen diagnose – van problemen in autistisch spectrum of gedrag
    ☑ extra faciliteiten om onderwijs te volgen (vb. ergonomische stoel, 1-op-1-begeleiding)

    Leerlingen met opvallende kenmerken op cognitief gebied:
    ☑ hoogbegaafdheid
    ☑ leerachterstanden
    ☑ aangemeld in VO vanuit groep 7 (vb. na doublures)

    Leerlingen met (in PO) opvallend gedrag:
    ☑ gepeste of pestende leerlingen
    ☑ sociaal-emotionele problemen (vb. laag zelfbeeld, faalangst, weerbaarheidproblematiek)
    ☑ moeilijk contact maken met leeftijdsgenoten
    ☑ motivatieproblematiek (vb. door negatieve schoolkeuze)
    ☑ ernstige werkhoudingproblemen
    ☑ (waarschijnlijk) boven of onder niveau presteren

    Leerlingen met – nog relevante – opvallende factoren:
    ☑ in PO begeleiding gehad (evt. met een OPP/groeidocument)
    ☑ bekend of onder behandeling (geweest) bij externe instanties (vb. jeugdhulpverlening)
    ☑ veel verzuim en/of langdurig verzuim

    ☑ verblijf in een dagbesteding of dagbehandeling met of zonder onderwijs
    ☑ kort voor overgang naar VO wisseling van school
    ☑ meerdere malen wisseling van school

    Leerlingen met ernstige problemen in gezin/omgeving (systeem):
    ☑ overbezorgdheid en/of overbescherming
    ☑ geen overeenstemming wensen ouders – mogelijkheden kind
    ☑ gering betrokken of moeilijke bereikbare ouders
    ☑ problematiek rond overlijden of ernstige ziekten van naasten
    ☑ psychiatrische problematiek ouder(s)
    ☑ niet stabiele thuissituatie
    ☑ alcohol of drugsgebruik
    ☑ scheidingsproblematiek
    ☑ huiselijk of seksueel geweld
    ☑ vriendengroepen met probleemgedrag (vb. geweld, overlast, hanggroep, alcohol, drugs, gameverslaving)

Aanmelding en plaatsing

Ouders maken uiteindelijk een keuze maken voor een school en melden daar schriftelijk aan en geven aan dat hun kind (extra) ondersteuning nodig heeft. Liefst vóór 1 februari en uiterlijk 15 maart. Op die manier treedt de zorgplicht van de VO-school in werking, en moet de school zorgen voor een passende plaats voor de leerling, eventueel op een andere school indien de school zelf de passende ondersteuning niet kan bieden. Als de ouder denkt dat zijn/haar kind extra ondersteuning nodig heeft, dient hij/zij dat ook schriftelijk bij de aanmelding aan de vo- school door te geven en relevantie informatie te delen.

  1. Na de aanmelding op een reguliere VO-school onderzoekt of en welke (extra) ondersteuning de leerling nodig heeft. De ondersteuningsbehoefte in het VO dienen expliciet en handelingsgericht omschreven te worden in het OKR.
  2. Aanvullend onderzoek naar ondersteuning wordt alleen gedaan als daar aanleiding toe is, bijvoorbeeld als dit in het OKR is aangegeven, de vorige school al met een groeidocument of een ontwikkelingsperspectief heeft gewerkt of als ouders of school aangeven dat er extra ondersteuning in het VO nodig is. Is er geen aanleiding toe, dan vervolgt de school de normale aanmeldingsprocedure.
  3. Als een kind dat extra ondersteuning nodig heeft, is toegelaten, dan stelt de school in samenwerking met ouders een ontwikkelingsperspectief (OPP) op. In dit plan staat:
    • welke extra begeleiding een kind krijgt;
    • welk eindniveau het kind kan halen;
    • welke extra ondersteuning en zorg nodig is.
  4. Indien uit het onderzoek door de school blijkt dat een leerling extra ondersteuning nodig heeft waarin de school niet kan voorzien middels een passend aanbod, dan geldt de zorgplicht.

Warme overdracht

Het realiseren van een warme en persoonlijke overdracht na toelating van de leerling is een goede gezamenlijke opmaat voor een goede de start de leerling op het VO. Een mondelinge overdracht is onontbeerlijk voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, maar vindt bij voorkeur voor alle leerlingen plaats.

De warme overdracht vindt plaats op initiatief van de vo-school, aan de hand van het OKR of groeidocument/OPP. De informatieplicht naar ouders is immers ook van toepassing op de warme overdracht.